Zaterdagochtend stonden we al om half acht op het station. Vriendin Leni
en ik wilden de Urkerdag bezoeken. Zij omdat ze heel veel interesse in
klederdracht heeft en ik omdat mijn vader daar geboren is. Toen ik kind
was kwamen wij er regelmatig en wij logeerden er dan bij zijn neef. We
hebben er zelfs wel eens in klederdracht geposeerd.
In 1997 overleden mijn oom en tante ( was eigenlijk een neef van mijn
vader) met wie we altijd nog contact hadden gehouden. Dat was mijn
laatste bezoek aan Urk. Toch wilde ik altijd nog een keertje terug om er
zomaar weer eens rond te lopen. We zouden als alles meezat om 11 uur
aankomen, maar het werd 12 uur, omdat we de aansluiting naar Kampen
misten en daardoor ook weer de aansluiting met de bus naar Urk. Het t
eerste wat we op het oude Urk roken was de vis en rooklucht. Overal werd
wel een visje gebakken of gerookt.
Ik wilde het geboortehuisje van mijn vader nog eens opzoeken en dat was dicht bij het huis van zijn neef. De huisnummers vond ik wel, maar mijn herinnering klopte niet meer. Toch maar even gevraagd.
Een aardige Urker wilde het mij wel even wijzen en legde uit dat er in die wijk bij werkzaamheden een gasexplosie was geweest. Er was veel beschadigd en zelfs opnieuw opgebouwd. Heel jammer want de originele huisjes zijn verloren gegaan.
De vis werd soms ook op de oude manier gebakken. Precies zoals mijn oom en moeder dat deden. Helaas was het nu vooral scholfilet en kibbeling. Van die kleine gebakken tongetjes heb ik helaas niet gezien.
Toen op naar het monument. Daar staat de naam van mijn overgrootvader op, die al op 30 jarige leeftijd verdronk. ( Het staat fout op het monument )
Mijn overgrootmoeder verloor niet alleen haar man in die rampnacht, maar ook haar broer Jacob Ras.
Omdat er geen tongetjes op straat te koop waren zijn we maar naar het visrestaurant gegaan. Hier was er wel iets wat bij mij in de smaak viel.
Het was werkelijk een enorm bord vol met een grote tong en twee schollen. Verrukkelijk maar wel een beetje veel. Hierna langs de haven gelopen, waar om drie uur de boot met meisjes die aan de wal dienden aan zou komen. De zaterdag voor Pinksteren kwam iedereen naar huis.
Hier was het echt erg druk. Maar er waren onderweg ook veel mooie foto's te maken. Zomaar een impressie.
Een mevrouw met een mooie geborduurde klaplap, die mij vertelde dat dit een nagemaakte bruidskraplap was.
En natuurlijk moest er ook een Urker lapje mee naar huis.
Maar wat ik eigenlijk het allermooiste vond, was dat ik nu het graf van mijn oma op Urk gevonden heb.
Jaren geleden was ik al eens met mijn oom op de oude begraafplaats gaan zoeken, maar we konden het niet vinden. Nu had ik dankzij de Genealogische vereniging op Urk een grafnummer en kon ik het vinden. Zij stond niet op het gedenkteken. Dat was de broer van mijn opa en zijn vrouw, maar ik weet nu dat ook mijn oma in dit familiegraf begraven ligt en ook mijn overgrootmoeder. Dit heeft mij altijd beziggehouden. De oma, die nooit oma is geworden. Eigenlijk nauwelijks moeder omdat ze al op 30 jarige leeftijd overleed. Er is zelfs geen foto van haar in de familie overgebleven.
En nu ben ik nog steeds met mijn gedachten op Urk en het duurt beslist geen 18 jaar meer voordat ik terug ga.
Het was een anders dan anders blogje, maar dit wilde ik wel graag delen.
Groeten, Joke